Preventie

0 2 0 0

Kinderen en jongeren groeien in Zaanstad gezond en veilig op tot zelfstandige mensen. Volwassenen nemen verantwoordelijkheid voor een gezonde levenswijze.

effectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Prognose 2016Streef­waardeBron
Jongeren beoordelen eigen gezondheid als voldoende tot heel goed97,5%n.v.t.98%98%98%EMOVO onderzoek 14-en 16-jarigen GGD ZW (wordt jaarlijks gehouden)
Percentage jongeren in klas 2 met (ernstig) overgewicht19% (2013)n.v.t.17%17%15%Jaarrapportage JGZ GGD Zaanstreek-Waterland
Aantal jeugdigen waar een Onder Toezicht Stelling (OTS) voor geldt155 (eind 2012)n.v.t.n.v.t.85-100n.v.t.Rapportage Jeugdbescherming Amsterdam (JBRA; voorheen BJAA)
Aantal jeugdigen dat in het kalenderjaar uit huis wordt geplaatst (UHP)n.n.b. op gemeenteniveau134n.v.t.n.v.t.n.v.t.Rapportage Jeugdbescherming Amsterdam (JBRA; voorheen BJAA)
Ouders beoordelen de gezondheid van hun kind (0-12 jaar) als goed tot zeer goed96% (2011)n.v.t.96%96%96%GGD (wordt 1x per 4 jaar gemeten)
Percentage volwassenen dat de eigen gezondheid een voldoende geeft88% (2013)85%88%88%88%Zaanpeiling

Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties

Veilige basis voor ieder kind Op koers

De opvoeding en verzorging van hun kind(eren) ligt als vanzelfsprekend bij de ouders. De gemeente zorgt met de vijf Centra Jong voor informatie, diensten en voorzieningen die ouders helpen bij het opvoeden en het goed laten opgroeien van hun kinderen. Voorzieningen in de wijken en buurten dragen bij aan het welbevinden van de jeugd. De gemeente stimuleert en ondersteunt initiatieven van bewoners, ouders en jongeren zelf. Wij informeren kinderen en jongeren over hun eigen gezondheid en veiligheid. Daarbij stemmen wij zo veel mogelijk af met instellingen waar kinderen veel tijd doorbrengen, zoals kinderopvang en scholen. Wij zorgen ook voor deskundigheidsbevordering bij opvang- en onderwijsprofessionals, onder andere om met ouders in gesprek te gaan over zorgwekkende signalen van en over hun kinderen. Waar nodig kunnen ouders en jeugdigen terecht bij de Jeugdteams voor hulp en ondersteuning. De preventieve inzet draagt er aan bij dat minder kinderen in een onveilige situatie opgroeien, dat minder gezinnen met een ‘ondertoezichtstelling’ te maken krijgen en dat minder kinderen uit huis worden geplaatst. Indicatoren hierover zijn opgenomen in de tabel met effectindicatoren.

PrestatieindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Prognose 2016Streef­waardeBron
Aantal themabijeenkomsten opvoedondersteuning in en rond de Centra Jong1009010090-100100GGD Zaanstreek-Waterland

Activiteiten:

WDe integratie van de Centra Jong en de Jeugdteams is gestart. Op het L.T. Roggeplein is inmiddels een gezamenlijke huisvesting gerealiseerd.
Door meer maatwerk en flexibiliteit toe te passen, zijn er mogelijkheden om meer tijd te kunnen investeren in mensen die extra ondersteuning nodig hebben.

Veilig Thuis is stabieler geworden, waardoor meer zicht is op de werkdruk. Er komen steeds meer meldingen binnen wat met het oog op preventie een positieve ontwikkeling is. Er is aandacht voor werkprocessen waardoor het efficiënt afschalen naar Sociale Wijkteams of Jeugdteams beter mogelijk wordt.

Het opstellen van een plan van aanpak multicultureel samenleven en diversiteit (voorheen actieplan radicalisering en polarisatie) volgt op de inventarisatie van en het verbinding maken met het maatschappelijk speelveld en de relevante organisaties en groeperingen. Het speelveld is inmiddels in beeld en de contacten met de organisaties en groeperingen worden nog wekelijks uitgebreid. De verwachting is om dit najaar de opgehaalde beelden bij de partijen te toetsen en gezamenlijk verder richting te geven aan het onderwerp multicultureel samenleven. In de aanloop daar naar wordt het plan van aanpak multicultureel samenleven en diversiteit vast ingezet op een aantal kleine lokale initiatieven, op de dialoog in de stad en krijgen scholieren de voorstelling Jihad aangeboden.

Gezond leven Op koers

De eigen gezondheid zien de meeste Zaankanters als een groot goed. De gemeente stimuleert gezond gedrag met gezondheidsvoorlichting en preventieve voorzieningen. Als zich specifieke gezondheidsrisico’s voordoen voor de Zaanse bevolking, speelt de gemeenschappelijke gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) daar op in, onder andere in samenwerking met de Veiligheidsregio. Wij spannen ons ervoor in dat Sociale Wijkteams, Jeugdteams en huisartsen elkaar in de wijk over en weer weten te vinden vanuit het principe ‘één gezin, één plan, één contactpersoon’. Daarbij is ook de wijkverpleegkundige een belangrijke verbindende schakel tussen het medische en het sociale domein.De gemeente benadert gezondheid zo veel mogelijk integraal. Dat betekent dat ook vanuit andere beleidsterreinen een bijdrage wordt geleverd aan het stimuleren van gezondheid. Zo speelt bijvoorbeeld sport een belangrijke rol, omdat bewegen bijdraagt aan de fysieke gezondheid en het welbevinden van kinderen en volwassenen. Ook de rol van het onderwijs is essentieel, als het gaat om gezonde voeding, water drinken en bewegingsonderwijs.

PrestatieindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Prognose 2016Streef­waardeBron
De GGD heeft en behoudt het Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) certificaat voor de uitvoering van alle bij haar belegde takenn.v.t.n.v.t.JaJaJaGGD Zaanstreek-Waterland
Aantal wijken waar de wijkverpleegkundige nauw samenwerkt met het Sociaal Wijkteamn.v.t. want nieuwe functie11111111Periodieke Rapportages Sociale Wijkteams

Activiteiten:

  • Sturen op de kwaliteit in de uitvoering van de wettelijk bij de GGD belegde taken en andere wettelijk verankerde gezondheidstaken
  • Intensivering van het gezondheidsbeleid
  • Doorontwikkeling van het Jeugdgezondheidsbeleid, samen met de GGD, zorgverzekeraars en huisartsen, o.a. de aanpak van overgewicht bij kinderen

De aanpak voor het terugdringen van overgewicht bij kinderen is in de afgelopen periode geïntensiveerd. Dit is onder meer terug te zien in de versterking van een aantal gezondheidsnetwerken in de gemeente, waarin diverse partijen rondom het kind op lokaal niveau aan elkaar worden verbonden. Met de GGD, huisartsen en zorgverzekeraars spreekt Zaanstad daarnaast over de verdere ontwikkeling van de ketenzorg rondom jeugd, waarbij zowel de jeugd-GGZ als overgewicht bij kinderen belangrijke thema’s zijn.

De samenwerking tussen de wijkverpleging en de Sociale Wijkteams wordt steeds effectiever. Gezamenlijk wordt bekeken hoe de druk op met name mantelzorgers verminderd kan worden. Er is overleg met de zorgverzekeraar en aanbieders van wijkverpleging naar aanleiding van signalen van wijkverpleegkundigen dat een tekort lijkt te ontstaan in bedden voor mensen die na een korte opname uit het ziekenhuis zijn ontslagen maar wel nog verpleging nodig hebben.

De kracht van wijkbewoners

0 1 0 0

Mensen in Zaanstad kunnen zelfstandig wonen en meedoen aan de samenleving, helpen elkaar en krijgen waar nodig passende ondersteuning. We hebben daarbij niet alleen oog voor de mensen met een hulpvraag, maar ook voor mantelzorgers en vrijwilligers.

effectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Prognose 2016Streef­waardeBron
Algemene beoordeling Sociale Wijkteams door cliënten3,7 uit 5,0 (2014)n.v.t.4,0 uit 5,0 (2014)n.v.t. Client ervaringsonderzoek vindt begin 2017 plaats4,0 uit 5,0Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep
Algemene beoordeling Jeugdteams door cliënten3,6 uit 5,0 (2014)n.v.t.4,0 uit 5,0n.v.t.4,0 uit 5,0Cliëntervaringsonderzoek DSP-Groep
Percentage mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn4% (2013)17%12%n.v.t.4%Zaanpeiling
Percentage Zaankanters dat aangeeft voldoende contacten met anderen te hebben buiten werk, school of eigen huishouden90% (2013)71%91%n.v.t.92%Zaanpeiling

Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties

Kracht van de wijkbewoners Op koers

De inwoners van Zaanstad willen zo veel mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en meedoen aan de maatschappij. De gemeente biedt ruimte aan initiatieven van inwoners en organisaties die daaraan bijdragen en zorgt daarnaast voor een aanbod van vrij toegankelijke voorzieningen. Dat aanbod is zo veel mogelijk dichtbij, in de wijk, en voor enkele terreinen zoals verslavingshulp, stedelijk georganiseerd. Wij denken mee met inwoners, jong en oud, die er behoefte aan hebben om zaken die niet lekker lopen weer op de rit te krijgen. Dat organiseren wij in de vorm van Sociale Wijkteams en Jeugdteams. Samen met de mensen of gezinnen om wie het gaat kijken zij wat hun vraag of probleem is. Daarna kijken zij wat er nodig is om de regie over het eigen leven te behouden of terug te krijgen.
Dit gebeurt op basis van een integraal keukentafelgesprek waarbij breed wordt gekeken naar problemen die een inwoner ervaart. Deze problemen worden waar mogelijk met maatwerk en door het aanspreken van de eigen kracht van een inwoner aangepakt.
Ook hebben de Sociale Wijkteams de opdracht om burgerkracht in hun wijken te ondersteunen en te versterken en in te zetten (waar mogelijk) bij het oplossen van ondersteuningsvragen van wijkbewoners. Dit doen zij bijvoorbeeld door met vrijwilligers voorzieningen in de wijk op te zetten waar inwoners zonder indicatie aan deel kunnen nemen.
Wij willen als gemeente lerend ontwikkelen en vragen ook van de professionals in onze stad om flexibiliteit en creativiteit in het samen zoeken naar oplossingen en mogelijkheden met bewoners.

PrestatieindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Prognose 2016Streef­waardeBron
Percentage respondenten met langduriger contacten met sociaal wijkteam dat aangeeft zelf verder te kunnen61%n.v.t62%n.v.t.65%Cliëntervaringsonderzoek
Percentage jongeren met langdurige contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnenn.n.bn.v.t.80%n.v.t.80%Cliëntervaringsonderzoek
Percentage ouders met langduriger contacten met Jeugdteam dat aangeeft zelf verder te kunnen70%n.v.t.75%n.v.t.75%Cliëntervaringsonderzoek

Activiteiten:

  • Zorgdragen dat het aantal mantelzorgers, dat zich overbelast voelt, afneemt.
  • In het kader van de Participatiewet experimenteren met activering van inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt met de Pilot Participatie. Daarnaast de inwoners waar mogelijk via participatieplaatsen naar regulier werk begeleiden.
  • Actief monitoren in welke mate SWT's doorverwijzen naar specialistische ondersteuning, voor onder andere maatwerkvoorzieningen vanuit de Wmo en Schulddienstverlening. Waar nodig extra aandacht aan de kwaliteit van deze dienstverlening besteden
  • Benutten, aanboren en versterken van netwerken in buurten en wijken.
  • Intensiveren van de samenwerking tussen Jeugdteams en het onderwijs
  • Versterken van de samenwerking tussen huisartsen met de Jeugdteams en Sociale Wijkteams
  • Stimuleren dat de Sociale Wijkteams en Jeugdteams hun werkwijze door ontwikkelen en steeds beter aansluiten bij de vragen en mogelijkheden van inwoners in de wijken, onder andere door het managen van de contracten die zijn afgesloten met de SWT.
  • Uitvoeren van (cliënten)ervaringsonderzoek
  • Bieden van de mogelijkheid tot cliëntondersteuning, onder meer via ervaringsdeskundigen

De doorontwikkeling van de Sociale Wijkteams en Jeugdteams is in volle gang. De teams zetten het maatwerkbudget goed en secuur in. De pilots in het kader van de activering van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt lopen. Doordat in preventieve oplossingen wordt geïnvesteerd, besparen wij op de tweedelijns voorzieningen. Belangrijk is daarbij dat de Sociaal Wijkteams ook voldoende nazorg bieden om na te gaan of het goed gaat met de cliënt en het gewenste resultaat wordt bereikt.

Er wordt goed gebruik gemaakt van cliëntondersteuning. Om dit verder te ontwikkelen wordt ook gekeken naar het aanbod vanuit ouderenbonden voor preventief huisbezoek door vrijwilligers. Met mantelzorgers wordt meer contact gemaakt. Afgelopen jaar zijn 1.600 mantelzorgwaarderingen uitgereikt. Dat zijn er meer dan verwacht. Dit was een mooie gelegenheid om met tot nu toe onbekende mantelzorgers in contact te komen om te kijken of zij ondersteuning nodig hebben.

De samenwerking tussen de Jeugdteams en het onderwijs is versterkt. Op de Onderwijsagenda, die in 2015 is vastgesteld, is een van de thema’s Onderwijs – Zorg, met als doel om de samenwerking tussen Jeugdteams en het onderwijs te versterken. Er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt en er worden pilots opgezet om de samenwerking op verschillende manieren vorm te geven.

De samenwerking tussen huisartsen en de Sociale Wijkteams en Jeugdteams wordt geïntensiveerd. Er is een project gestart waarbij wordt gekeken of een medewerker van een Jeugdteam deels werkzaam kan zijn binnen de praktijk van de huisarts rondom de jeugd-GGZ.

Gespecialiseerde hulpverlening

0 2 0 0

De gemeente zorgt ervoor dat gespecialiseerde hulp op maat beschikbaar is voor die gevallen waarin ondersteuning door het eigen netwerk, vrijwilligers, het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam niet toereikend is. Zodat iedereen, jong en oud, zo goed mogelijk mee kan doen in de samenleving en zo zelfstandig mogelijk kan wonen. Ook dan geldt het principe van één gezin, één contactpersoon, één plan.

De indicator die meet in welke mate specialistische hulp bijdraagt aan zelfstandig mee kunnen doen in de samenleving is nog in ontwikkeling en daarom nog niet opgenomen in dit programma. De meting wordt onderdeel van het cliëntervaringsonderzoek dat op dit moment wordt ontwikkeld met cliëntgroeperingen, meerdere gemeenten, de VNG en het ministerie van VWS. Dit onderzoek zal in 2016 voor het eerst beschikbaar zijn, conform de wet.

effectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Prognose 2016Streef­waardeBron

Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties

Specialistische hulp voor wie zelfstandig/thuis woont Op koers

De gemeente zorgt ervoor dat specialistische hulp beschikbaar is, en contracteert daarvoor in regionaal verband zorgaanbieders. Dit gebeurt binnen de door de raad vastgestelde uitgangspunten zoals keuzevrijheid voor de cliënt en ruimte voor diversiteit van aanbieders: zowel grote als kleine en zowel bestaande als nieuwe. Ook kunnen mensen kiezen voor een persoonsgebonden budget als zij aan de voorwaarden voldoen. De specialistische hulp wordt ingeschakeld door het Sociaal Wijkteam of Jeugdteam als dat nodig is. Het kan gaan om verschillende vormen van ondersteuning, zoals:
• Maatwerkvoorzieningen op grond van de Wmo. Met deze ondersteuning stelt de gemeente mensen in staat langer zelfstandig te wonen en te functioneren als de algemene voorzieningen vanuit de Sociale Wijkteams daarvoor niet toereikend zijn. Het gaat om arrangementen op maat die bestaan uit elementen van bijvoorbeeld individuele begeleiding, groepsbegeleiding/dagbesteding en/of hulp in het huishouden.
• Specialistische jeugdhulp op grond van de Jeugdwet. Indien een kind hulp nodig heeft die de Jeugdteams niet kunnen bieden, zorgt het Jeugdteam dat het kind de juiste specialistische hulpverlening ontvangt. Streven is dat het kind tijdens het hulpverleningstraject zo veel mogelijk thuis kan blijven wonen. Indien dit niet mogelijk is kan ook hulpverlening met verblijf een oplossing zijn. De gemeente richt de jeugdhulpverlening zo in, dat we justitiële maatregelen zoals ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen zo veel mogelijk vermijden. Het doel is de cliënt te begeleiden zodat het kind zo veel als mogelijk gewoon mee kan doen. Tevens kan op deze manier worden voorkomen dat het kind opnieuw specialistische zorg nodig heeft.
• Specialistische hulp is voor mensen met ernstige problemen die niet zelf tijdig hulp zoeken en voor wie verwaarlozing of achteruitgang dreigt. Het kan zijn dat zij anderen met hun gedrag overlast bezorgen, maar het kan ook zijn dat anderen in de omgeving zich zorgen maken. Signalen worden tijdig en zorgvuldig opgepakt, zodat de situatie weer beheersbaar wordt.

De indicatoren die de inzet van specialistische hulp in beeld brengen zijn nog in ontwikkeling. Deze worden onderdeel van de gemeentelijke monitor sociaal domein, die op dit moment wordt ontwikkeld.

Activiteiten:

  • Nieuwe zorg en ondersteuningsvormen beschikbaar maken, als de resultaten van de gecontracteerde partijen daar aanleiding voor geven
  • Bieden van de mogelijkheid van PGB's, onder voorwaarden
  • Samen met de partners in de stad zorgen voor goede randvoorwaarden waardoor er meer mogelijkheden komen voor langer thuis of zelfstandig wonen, met een goede aansluiting op intramuraal wonen wanneer dat nodig is (in samenhang met programma 4)
  • Stimuleren dat zorgaanbieders in het sociaal domein werken aan zodanige verbetering van hun dienstverlening dat die beter aansluit bij de vraag van inwoners in de wijken, onder meer door het managen van de contracten met zorgaanbieders
  • Onderzoeken van mogelijkheden om in de ondersteuning van jongeren continuïteit te bieden over de formele grens van 18 jaar heen

De contractering met de specialistische zorgaanbieders op het gebied van de Wmo is de afgelopen periode geëvalueerd. In een open gesprek is besproken wat de partijen over en weer beter zouden kunnen doen. Deze inzichten worden verwerkt in de contracten voor 2017 en verder.

Daarnaast loopt de omzetting van de bestaande indicaties voor hulp bij het huishouden, waarbij de indicatie niet meer in uren wordt uitgedrukt maar waarin resultaten worden benoemd. Uitgangspunt is dat voor mensen van 85 jaar en ouder geen verandering plaatsvindt en dat met de overige mensen een gesprek wordt gevoerd door het Sociaal Wijkteam om te kijken wat er nodig is.

In de eerste helft van 2016 is een project uitgevoerd waarin is ingezet op een versoepeling van de ondersteuning aan kinderen die 18 worden. Er is vooral ingezet op een betere samenwerking tussen Jeugdteams, Sociale Wijkteams en de backoffice van de gemeente. Ook is onderzoek gedaan naar de eventuele juridische, financiële en organisatorische belemmeringen. Dit onderzoek wees uit dat er feitelijk geen juridische en financiële belemmeringen zijn, maar vooral organisatorische. Het doel werd uiteindelijk om de teams op te roepen om de ruimte te nemen die zij nodig hebben en om intensiever samen te werken om de ondersteuning te continueren.

De voorbereidingen voor het vernieuwen van de gespecialiseerde jeugdhulp, dat vanaf 2018 in zal gaan, zijn gaande. De huidige contracten worden met een jaar verlengd en in 2017 opnieuw aanbesteed. Zaanstad werkt hierbij samen met de andere gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland en Amsterdam-Amstelland. De vernieuwingen binnen de jeugdhulp zijn erop gericht resultaatgericht te gaan werken op basis van de ondersteuningsbehoefte van het gezin.

Daarnaast is het programma wonen en zorg in uitvoering. In 2016 zijn een aantal crisis/doorstroomwoningen gerealiseerd om mensen te kunnen opvangen voor wie het Vangnet oordeelt dat acuut een vervangende woonruimte nodig is. Ook is de gemeente in overleg met het zorgkantoor, de zorgaanbieders, de woningcorporaties en inwoners/cliënten over de transformatie van verzorgingshuizen. Uitgangspunt is dat mensen goed oud kunnen worden in Zaanstad en dat er een aanbod van wonen en zorg is dat past bij de behoefte.

Specialistische hulp voor wie (tijdelijk) niet zelfstandig/thuis woont Op koers

Naast de hulpverlening waarbij mensen thuis kunnen blijven wonen, is er ook ondersteuning om mensen op te vangen die niet zelfstandig thuis kunnen wonen of dakloos zijn. Voor een deel is deze ondersteuning tijdelijk en erop gericht mensen te laten uitstromen naar een zelfstandige woning en weer zelfstandig te laten meedoen in de samenleving. Het betreft de opvang van vrouwen die slachtoffer zijn van geweld thuis en de opvang van dak- en thuislozen. Ook bestaat de mogelijkheid van zelfstandig of beschermd wonen voor die mensen voor wie een meer permanente vorm van woonbegeleiding noodzakelijk is. Ook gaat het om kinderen die onder toezicht gesteld zijn of uit huis zijn geplaatst ten gevolge van justitiële beslissingen waar de gemeente geen invloed op heeft.

De indicatoren die de inzet van specialistische hulp in beeld brengen zijn nog in ontwikkeling. Deze worden onderdeel van de gemeentelijke monitor sociaal domein, die op dit moment wordt ontwikkeld.

Activiteiten:

  • Uitvoeren van Toekomstvisie Beschermd Wonen en in dat kader onder meer de uitstroom naar zelfstandig wonen bevorderen, met begeleiding waar nodig
  • Matchen van vraag en aanbod bij wonen en zorg voor kwetsbare groepen. Dit doen wij door onder andere met betrokken partijen zoals corporaties nieuwe afspraken te maken, de vraag bij cliënten op te halen en te sturen via contractmanagement
  • Bevorderen dat minder kinderen in instellingen wonen. Daarnaast, als kinderen niet thuis kunnen blijven, bevorderen dat zij in een gezinssetting kunnen wonen

In het voorjaar van 2016 is de Regiovisie kwetsbare burgers met multiproblematiek vastgesteld. In dat kader wordt opnieuw gekeken naar het aanbod van wonen en zorg voor kwetsbare mensen met multiproblematiek.

Met de corporaties ontwikkelen wij een zogenoemd ’uitstroom-urgentie’- instrument. Hiermee kunnen bij de gemeente gecontracteerde zorgaanbieders een cliënt begeleiden in het aanvragen van een uitstroom-urgentie naar een zelfstandige woning, al dan niet met een (intensief) begeleidingscontract of via een zogenoemde ’omklapconstructie’, waarbij het huurcontract in eerste instantie op naam van de instelling staat.

Ter uitvoering van de regiovisie zal vanaf 2017 beschermd wonen opnieuw worden gecontracteerd. Hierbij zal nadrukkelijk worden gekeken naar de mogelijkheden om de uitstroom te bevorderen en meer mensen extramuraal te ondersteunen. De regiovisie op de kwetsbare groepen met multiproblematiek is af. Voor het onderdeel beschermd wonen is een aanbestedingstraject gestart en met de wijkteams wordt gewerkt aan een model om, conform de regiovisie, de ondersteuningsbehoefte van deze groep te beoordelen.

De gemeente bevordert via de Jeugdteams continu dat minder kinderen in een instelling wonen. Uit de cijfers blijkt dat dit aantal daalt. Zaanstad experimenteert met verschillende alternatieven, zodat kinderen niet in een instelling hoeven te verblijven, bijvoorbeeld via Buurtgezinnen.

Armoedeopgave

0 1 0 0

De gemeente streeft ernaar dat iedereen naar vermogen en op eigen wijze kan participeren in de Zaanse samenleving. Een belangrijke opgave is om met bewoners, organisaties, ondernemers en initiatiefnemers in de wijk de armoede onder Zaanse huishoudens zo veel mogelijk te voorkomen, terug te dringen of te stabiliseren. Zaanse huishoudens die armoede of sociale uitsluiting ervaren, kunnen zo de regie over hun leven weer oppakken. Uitgangspunten van de armoedeopgave zijn:
• Integraliteit: armoede hangt bijna altijd samen met problemen op andere leefgebieden. Het Sociaal Wijkteam brengt dit met de hulpvrager integraal in kaart tijdens het keukentafelgesprek
• Handelingsperspectief: doel is steeds om de hulpvrager instrumenten in handen te geven om de regie op het eigen leven te behouden dan wel terug te krijgen
• Signalering en preventie: door goed signalen te herkennen, vroegtijdig te benoemen en op te pakken kunnen we beginnende armoede en/of sociale uitsluiting voorkomen

effectindicatorNulmetingRealisatie 2015Begroting 2016Prognose 2016Streef­waardeBron
Aantal huishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociale minimum5.562 (2014) (8%)n.v.t.5.280n.v.t.5.000Armoedemonitor Zaanstad
Aantal kinderen in de leeftijd tot 18 jaar dat opgroeit in de verschillende groepen die tot de minimapopulatie behoren3.079 kinderen (10% van alle kinderen) (2014)n.v.t.2.900n.v.t.2.800Armoedemonitor Zaanstad

Om deze doelstellingen te bereiken leveren we de volgende prestaties

Uitvoeren armoedebeleid Op koers

Om de armoedeopgave te realiseren, willen we waar nodig en mogelijk invloed uitoefenen op de lokale uitvoering en uitwerking van wet- en regelgeving.
In Zaanstad hebben wij in 2015, naast verkenning, onderzoek en experiment, ook de implementatie van de Participatiewet, de herijking van het minimabeleid en de actualisatie van de schulddienstverlening aangegrepen om een nieuwe Visie en strategie rond Armoede te ontwerpen. Deze Visie en strategie sluiten naadloos aan op de vier pijlers van de drie decentralisaties: eigen verantwoordelijkheid, preventie, integrale benadering en vangnet.

De nadruk ligt op het voorkomen van armoede, het activeren naar werk en gerichte ondersteuning waar nodig. Hierbij worden bestaande normen en criteria losgelaten ten behoeve van maatwerk. Hierbij wordt een waardering van maatschappelijke activiteit en een inschatting en weging van rendement meegenomen. De Visie en strategie rond Armoede zullen nog in het najaar van 2015 worden voorgelegd aan adviesraden en Raad. Het jaar 2016 staat in het teken van de organisatie en implementatie hiervan.

Het is zaak dat de Sociale wijkteams voldoende capaciteit en kwaliteit hebben om snel en zorgvuldig te kunnen werken op basis van de visie en strategie. De gemeente gaat samenwerken met alle mogelijke partners (maatschappelijk, maar ook commercieel, met het oog op schulddienstverlening) en benut zo veel mogelijk de initiatieven en netwerken rond armoedebestrijding in wijken.

Indicatoren voor het armoedebeleid worden momenteel nog ontwikkeld en zullen in de kadernota worden aangeboden.

Activiteiten:

  • Herijken van het bestaande minimabeleid, vanuit een oplossingsgericht perspectief en ervaringen vanuit het budget Maatwerkondersteuning.
  • Vanuit het integraal perspectief onderzoeken en experimenteren rond de ontwikkeling van werk (in de breedste zin van het woord) als weg uit de armoede.
  • Het borgen van de uitvoering door Sociale Wijkteams en gemeente.
  • Implementatie van Visie & strategie Armoede in nauw overleg met het Rijk, het lokale bestuur en maatschappelijk veld. Motie 61 ‘Gratis Openbaar Vervoer voor minima’ en motie 64 ‘Schulddienstverlening’ worden meegenomen in deze besluitvorming.
  • Verdere samenwerking met het onderwijs. Dit betreft zowel het in gesprek gaan met kinderen over hun ervaringen, als het signaleren, informeren en uitvoering geven aan ideeën van kinderen.
  • Voor schuldenproblematiek het vormgeven van preventieve interventies, vroegsignalering en innovatieve werkwijzen.

De visie op armoede is vastgesteld. Daarbij zijn de in de begroting genoemde moties meegenomen. Ter uitvoering van de visie worden onder meer beleidsregels opgesteld. De besluitvorming daarover vindt plaats na de zomer.

De samenwerking met scholen is geïntensiveerd. Daaruit zijn verschillende initiatieven naar voren gekomen. Het project Kids in Armoede heeft een drietal initiatieven voortgebracht die zijn bedacht door kinderen. Een voorbeeld is het buddybankje, waarbij kinderen zonder schaamte met elkaar over armoede kunnen praten. Ook de mogelijkheden om een kinderpanel op te richten om gesprekken te voeren met de Kinderombudsman wordt verkend. Het ROC zal het lesprogramma over geld intensiever oppakken. Het gesprek met kinderen en tussen kinderen onderling is hierbij belangrijk.

De Sociale Wijkteams zetten in op preventie. Zij organiseren in elke wijk voorliggende voorzieningen voor mensen die (nog) geen problematische schulden hebben. Daarnaast worden gesprekken gevoerd met verschillende instanties zoals woningcorporaties, zorgkantoor, Belastingdienst om over te gaan op een integrale aanpak bij schulden.

Landelijk krijgt de gemeente Zaanstad veel aandacht naar aanleiding van de berichtgeving over de pilot budget maatwerkondersteuning. In deze pilot hebben de Sociaal Wijkteams en Jeugdteams de ruimte om op basis van het gesprek met de inwoner te komen tot een doelmatige ondersteuning. Uit de tussentijdse rapportage is gebleken dat wij door een dergelijke maartwerkondersteuning hoge maatschappelijke kosten weten te voorkomen. Daarnaast ervaren wij waar de leefwereld van de inwoner en de systeemwereld van de overheid elkaar schuren. Deze ervaringen nemen wij mee in de City Deal Inclusieve Stad, waarbij wij op basis van casuïstiek van 5 verschillende gemeenten (Enschede, Eindhoven, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad) in samenwerking met ministeries (BZK, SZW en VWS) op zoek gaan naar slimme oplossingen.

Door de hogere instroom van vergunninghouders in Zaanstad groeien de uitgaven van de bijzondere bijstand. Vergunninghouders moeten een nieuwe start maken en krijgen hiervoor een krediet voor de inrichtingskosten van een nieuwe woning. In het Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom zijn door het Rijk en VNG afspraken gemaakt over de inter-temporale tegemoetkoming.